Klaas en ik vertrekken naar Banjul in Gambia, na weer de rit
naar de stad te hebben gemaakt om uit te klaren. De taxi ging tanken, hij
tankte 2,6 liter, dit om maar aan te geven hoe arm men er is. De laatste keer
dat ik 2,6 liter tankte was, denk ik voor mijn bromfiets.
Banjul is ca. 100 mijl ten Zuiden van Dakar, alwaar ik Piet
Heijn van Mechelen en Klaas Slooten zal treffen, die mee varen naar Paramaribo.
Het werd een lekkere rit naar Banjul, ruime wind en een rif in het grootzeil,
Arie de windvaan deed zijn werk. ’s Nachts op eens een raar geluid achter het
schip. Ik ga kijken, hangt de schacht van de hydrogenerator in twee stukken
achter het schip. Dus hydrogen, geen kinderachtige aanschaf, bungelt alleen nog
hangend aan de kabel in zee. Ik zag hem al naar de bodem van de zee verdwijnen.
Klaas geroepen, die net in zijn kooi lag. Tja hoe kregen we dat ding nu zo snel
mogelijk aan dek. Het waaide 25 knopen, het was aarde donker en dat ding
spiegelglad. Grootschoot gevierd in een poging de vaart enigszins uit het schip
te halen. Hangend overboord geprobeerd hem vast te grijpen. Het was een lastige
klus, maar het is gelukt. Hydro gered van de zeebodem. Aan dek gehesen,
losgekoppeld en binnen opgeborgen. Hoe moet dat nu weer gemaakt worden. Zucht!
Vanwege de flinke wind, gaan we hard en kwamen we al in de
loop van de ochtend bij Banjul aan. De pilot schreef dat we bij “Half Die” voor
anker moesten en dan naar de instanties voor de inklaring, politie en douane
etc. Er stonden allerlei mensen op de kant te roepen hoe en wat. We begrepen
het niet en hadden ook niet de indruk dat het officials waren. We gingen voor
anker en eerst maar eens koffie maken. Na verloop van tijd kwam er een vent in
een bootje aangevaren. Hij bleek van de marine en wilde ons graag helpen. Ik
vertrouwde het eerst niet helemaal, maar dat bleek onterecht. Klaas bleef aan
boord en ik met mijn bekende mapje papieren naar de wal. Deze navy man, zoals
we hem noemde heeft mij langs alle autoriteiten geloosd. Ook hier duurde het
weer uren, maar het is weer gelukt. Het is bijna niet te beschrijven hoe het
gaat. Bureaucratie ten top. Formulieren moet je soms 2x invullen. Kopieer
machines niet te vinden. En dan het “presentje” waar ze om vragen, dat is
gewoon geld. Ik wist dat het kon gebeuren. De doaune moet aan boord komen
kijken, maar omdat de navyman aan boord was geweest, wilde de douanier er wel
van afzien, als ik hem een presentje gaf. Tja wat te doen, hij kon alles dan
vandaag nog regelen en anders moest ik morgen terugkomen. Ik had nog € 5,00 in
mijn portemonnee, die heb ik maar gegeven en ineens kwamen de stempels te
voorschijn en was het allemaal vrij snel, geregeld. Het is een merkwaardig
fenomeen. Mijn navyman heet Kunta, een aardige man van 30 jaar, hij wilde ons
de volgende dag wel naar Lamin Lodge helpen varen. Er is nl geen kaart van de
route. Het leek mij wel een goed idee. Dus de volgende dag kwam hij aan boord
en konden we met opkomend water naar de lodge varen. Toch wel een leuke belevenis.
Inmiddels hadden we Piet Heijn en Klaas ook te pakken, die
in een hotelletje op ons zaten te wachten. Lamin Lodge is een kreek, met een
heel goedige lodge, waar je een drankje kan drinken en overdag wat kan eten.
Het is een houten gebouwtje opgetrokken uit planken en bamboestokken, waar de
apen af en toe om je heen hollen. Aparte ervaring. We werden door Iddy heen en
weer gevaren van het schip naar de wal er weer terug. We hadden verder geen
idee waar we precies waren. Er was ook niets. Iddy, de manus van alles, kon wel
de was regelen en bracht ’s ochtends een broodje, dat 0,12 cent kostte. We
hadden natuurlijk nog wat klussen te doen en ik had aan de navyman gevraagd of
hij iemand wist die met epoxy de schacht zou kunnen repareren. Er bleek in de navy
ook een fiberman te zijn en de Vader van de fiberman was een gepensioneerde
fiberman. Dus Kunta met de 2 stukken hydrogenschacht naar de fiberman. Ik had
in NL inmiddels gebeld met de man die de schacht van epoxy had gemaakt als ook
met “helpdesk man” vriend Jan Derks. Dus met hun beider advies ik weer naar de
fiberman. Probleem ze hadden wel polyester maar geen epoxy. En polyester houdt
niet op epoxy, andersom wel. Ook had de fiberman geen geld om het voor te
schieten. Dus ik in goed vertrouwen € 120 euro aan Kunta gegeven om epoxy
ergens vandaan te halen. Lang verhaal kort. Klaas en ik de volgende dag met
Kunta in de bus naar de plaats waar de Vader van de fiberman woonde om te zien
wat ze gingen doen. Interessante belevenis werd dat. Ik had er niet al te veel
vertrouwen in, maar ik had ook geen keuze. Met een wat botte beitel werd eerst
de gelcoat van de schacht af gebikt, dat hebben we een tijdje aan zitten
kijken. Dit gebeurde buiten naast het huis in het zand.
Een man aan het werk en 8 mannen en jongens kijken toe en
Klaas en ik. Na verloop van tijd geloofde we het wel en gingen weg. Kunta zou
hem d volgende morgen terugkomen brengen. Hetgeen inderdaad geschiedde. Hij
hangt weer achter het schip met een flink stuk mahonie in de schacht en ik geloof
6 lagen epoxy en mat er weer om heen. Hopelijk houdt hij het, want het is een
geweldig apparaat, hij laadt de accu’s.
Inmiddels kennen we Kunta een beetje. Hij is getrouwd en
heeft 3 kinderen. Een zoontje van 9 die
niet naar school gaat, want daar heeft hij geen geld voor, een dochter van 7
die wel naar school gaat, want onderwijs voor meisjes is gratis, sinds de vice
president een vrouw is, is dat veranderd. Het jongste kind is pas 1 jaar oud.
Kunta vroeg of we zijn vrouw wilde ontmoeten, zo gezegd zo gedaan. Hij huurt
een huis voor 6 euro in de maand. De zit kamer is ongeveer 2,5 bij 3,5 meter,
gevuld met 2 banken en een televisie, dan is er een slaapkamer van 4 bij 4
meter, waar de hele familie slaapt, deels op de grond. Kunta verdient 2800
Dalasi, dat is ongeveer 76 euro in de maand. Daar koopt hij dan een baal rijst
voor, betaalt de huur en koopt een zak cement, waar hij blokken van maakt. Hij
heeft er 10.000 nodig, dan kan hij zijn eigen huis bouwen. Tja we werden er
stil van. En dit weten we allemaal, omdat ik Kunta voor zijn werk mij te
begeleiden langs de autoriteiten en het gidsen naar Lamin Creek 20 euro had
gegeven. Hij nam ze met tranen in de ogen in ontvangst. Ik hoefde hem helemaal
niet te betalen, zei hij . Hij was er om anderen te helpen. Toen ik hoorde wat
hij verdiende begreep ik zijn tranen, ik had hem bijna een derde maandsalaris
gegeven. Ik was blij met zijn hulp. Hij was reuze blij met mijn gift. Enfin, we
hebben hem de dagen in Banjul en omgeving vaak gesproken. Ik had een Gambia telefoonkaart
gekocht, want anders kon hij mij natuurlijk niet bellen. Hij was echt een grote
hulp. En zo gebeurde het dus dat wij nu ons eigen hulpprogramma hebben gestart.
We, bemanning van Morning Glory gaan hem ca. 30 euro in de maand overmaken,
onder de voorwaarde dat hij dan zijn zoon naar school stuurt en iedere maand
een extra zak cement koopt om wat sneller een eigen huisje te kunnen bouwen.
Zo werd Gambia een bijzondere ervaring. Inmiddels hebben
Piet Heijn en Klaas de plaats van Klaas van der Vloed ingenomen. Klaas is na 2
maanden aan boord te zijn geweest naar huis vertrokken na een reis van 24 uur
met ik geloof 3 overstappen toch in NL aangekomen. Met medeneming van de motor
van de stuurautomaat, want Piet Heijn had de nieuwe computer van de stuurautomaat
meegenomen, die heb ik gemonteerd en…..toen haperde de motor, die in Marokko
was gerepareerd. Na een flinke vloek en een zucht heb ik de motor nu voor de
derde keer gedemonteerd en heeft Klaas die meegenomen naar NL. Wij varen dus
zonder stuurautomaat maar met Arie. Wie weet beleef ik het toch nog een
keertje.
Mindelo, op het eiland Sao Vincente is voorzien van een
haven met steigers. Het is modern, de stad leuk met kleurige gebouwen en
kleurige mensen. Er wordt hier gebedeld, iets wat in het veel armere Banjul
niet gebeurde. Het is ontzettend vervelend, het zijn meestal kleine kinderen en
hele oude mensen. We geven niets. We zijn nu met de laatste voorbereidingen
bezig, inkopen doen enz. Een “netje” aan op zetten met anderen die ook naar Suriname gaan. Een “netje” is een
afspraak om op een bepaald tijdstip op een bepaalde frequentie naar je Single
Side Band (SSB) te luisteren en te praten met medezeilers. Handig, gezellig en
soms nuttig. Er liggen hier zes Nederlandse schepen en een Belgische familie
met 2 kinderen, die allemaal naar Suriname gaan. Gisteren gingen er al 2 weg, vandaag
de Belgen en wij en later in de week gaan er nog 3 weg. En weten dat er nog een
paar Nederlanders onderweg zijn naar hier om dan volgende week te gaan. Het is
reuze grappig, soms kom je ergens en dan hoor je je naam uitgesproken door
onbekenden. Ja we wisten al van Hannie en Henk dat je er aan kwam. Heb ik Hannie
en Henk in Marokko ontmoet weken geleden. Ook hier is het weer een kleine
wereld.
Goed we gaan, tot een volgend blog over de oversteek uit
vanuit Alkmaar of Domburg, want daar gaan we liggen. Paramaribo heeft geen
havenfaciliteiten of ankerplaats voor jachten. Ik ben bennieuwd. En Mattijn
geen werk meer aannemen in mei hoor. Dan hoop ik je ab Morning Glory te zien. Iedereen een gezellige Sinterklaas, de groeten aan Zwarte Piet. Wij hebben speculaasjes aan boord.
Wat een avonturen!
BeantwoordenVerwijderen