De Oversteek
Op dinsdag 1 december vertrekken we uit Mindelo. Het schip voorzien van verse groenten en
vruchten en uiteraard allerlei andere levensmiddelen waaronder 5 kg bloem, om
brood van te bakken. Het waait hard als we vertrekken, de afstand tussen de
eilanden Sao Vicente en Ilha de Santo Antaao
is ca. 6 mijl, dat levert wind op door het venturi tunneleffect, gevolg
veel wind en een enorme knobbelige onprettige zee. We klotsen alle kanten op,
het schip, maar wij in het schip ook, het is haast geen doen, laat staan dat je
moet koken. Als je een kastje open trekt word je bekogeld door de azijn, de
olie, de curry en de mayonaise gevolgd door de pollepels en messen uit de
bestek la er boven. Geen feest, we eten dus zeer praktisch een boterham, iets
anders is onmogelijk, daar komt bij de onze kok Klaas ook niet helemaal in orde
is. Dat gaat vanzelf over, maar is toch vervelend.
Als we eenmaal de eilanden achter ons hebben gelaten, valt
de wind weg, maar de golven blijven staan, het werd een onrustige nacht met
deels de motor bij om uit de golven te komen en enige voortgang te maken.
Woensdag en donderdag varen we deels met alleen het
grootzeil bij met een rif, soms zelfs een tweede rif, geen voorzeil, dan stuurt
Arie het beste, wat is dat toch een geweldig ding. We maken daggemiddelden van
meestal zo’n 120 mijl. In aanmerking genomen dat het schip zwaar beladen is en
een zeker niet meer aerodynamische hydrogen mee sleept, ben ik wel tevreden.
Piet Heijn heeft vistuig meegenomen, dus dat moet nu maar eens
geprobeerd worden. Kort samengevat, na de eerste poging waren de haken en aas
eraf , zat de lijn hopeloos in de knoop en zijn we er na een dag mee
opgehouden. Conclusie de lijn is veel te dun, de stalen voorloper te kort, we
zijn beginners. Piet Heijn heeft vervolgens een zeer ontnuchterende conclusie,
we komen ook geen vissersschepen meer tegen er zal dus wel geen vis zijn hier.
Wat we veel zien is zeewier of zee groen, we kunnen niet
goed zien wat het precies is, maar het is veel. Een enkele vogel, vliegende
vissen, die we ’s ochtends ook aan dek vinden en Klaas heeft er ’s nachts al
eentje op schoot gehad. Het weer is goed de wind inmiddels behoorlijk stabiel
15 tot 20 knopen E of NE. We varen met grootzeil, meestal met een rif en de fok
uitgeboomd, deze stand wordt wel het “melkmeisje” genoemd. De zon schijnt soms
erg onbarmhartig en het is warm, binnen rond de 30 graden. Gelukkig heb ik
ventilatoren hangen en Sas neemt er nog twee mee eind december. Ook daar ben ik
erg blij mee. Dan de watermaker, we hadden op weg van Gambia naar Kaap Verden
in eens zoute thee! Er bleek zout water in de watertank te zijn gekomen, dat
kon maar op een manier nl door de ontluchtingspijp, die voor in de ankerbak
zit. Hij heeft wel een blokkering tegen inwatering, maar als de kit loslaat dan
zit de pijp los en dan komt er dus zout water binnen. Kennelijk bij de inbouw
verkeerde kit gebruikt. Oh Oh wat zijn er toch veel sukkels in de wereld. Enfin
ik heb het in Mindelo verholpen en een terugslagklep die ik nog ergens had, gemonteerd,
dus nu kan lucht en teveel water uit de tanks er wel uit, maar zee water er
niet in. Maar nu moet het zoute water nog uit de tank, dus eerst er van alles
uit laten lopen. In Mindelo was het water in de baai niet schoon, dus daar kon
ik geen water maken, dat kon pas als we echt buiten waren. We gingen dus weg
met geen volle watertanks, wat ik toch een beetje vervelend vond, maar goed
buiten gekomen pomp aan en water maken maar. Het duurde toch wel even voor het
zout weg was, maar nu is het weer prima en heb ik op advies van Rob Wink, de
man waar ik de watermaker heb gekocht evenals de windgenerator, het koolstof
filter vervangen anders blijft er chloor in het water zitten. Nooit geweten dat
er chloor in zeewater zit. Ach ik weet zo veel niet.
Ook met de watermaker en de windgenerator, Zoef, ben ik
ontzettend blij. Het maakt je toch bijna geheel vrij van de wal. Ik moet, als
het niet hard genoeg waait, toch nog wel 2 uur de motor draaien om de accu’s op
peil te houden, maar dat zou anders toch veel meer zijn geweest en dat kost
weer diesel, waar de voorraad is beperkt tot 200 liter. 80 liter in de tank en
120 liter in jerrycans in het gangboord vastgebonden.
De grootste stroomvreters zijn de ijskast en de koelbox, dan
de watermaker, maar die staat natuurlijk niet de hele dag aan, zo’n 2 a 3 uur
per dag en de ssb zender die gebruikt ook veel, dan de computer die ik gebruik
voor de navigatie en het scherm van de computer, maar dat scherm zetten we
tegenwoordig uit en af en toe even aan om te controleren of we nog netjes langs
de uitgezette koerslijn varen. ’s Nacht hebben we een driekleuren toplicht aan
dat 25 watt, dus ruim 2 ampère per uur gebruikt. Het is 12 uur donker dus dat
tikt aan. En dan nog een lichtje hier en daar, hoewel ik alles door ledlampjes
heb vervangen, wat enorm scheelt en natuurlijk staat af en toe de muziek aan.
Dankzij de watermaker hebben we inmiddels 2x “gedouched”
zittend in de kuip, wat een genot. Het schip is min of meer overdekt met een
laagje zout, wij ook, want alles wat je vastpakt buiten is zout, bovendien is
het erg warm, dus een douche is een geschenk. We zitten om de beurt in de kuip
in het doucheschuim, een iemand bedient de kraan. Daarna spoelen we de kuip met
zoet water. En dan in de schone kleren, want de kleren die je aan had kan je na
een paar dagen ook van het zout rechtop in de hoek zetten.
Inmiddels zijn we een week onderweg en hebben we 839 mijl
afgelegd van de 1900 mijl, morgen met de lunch zijn we op de helft en tellen we
af. We hebben iedere dag een poule. Hoeveel hebben we afgelegd de afgelopen 24
uur, daar is nu bij gekomen onze aankomst dag in Paramaribo. Degene die wint
betaalt in ieder geval het eerste rondje gin/tonic oid.
Iedere avond om 20.00 uur gmt hebben we een Nederlands/
Belgisch radionetje, dwz we hebben dan een afspraak om op een bepaalde
frequentie af te stemmen en praten we met een aantal schepen die ook onderweg
zijn naar Paramaribo. Het zijn er 4, waar we mee kunnen spreken, er ligt er nog
eentje een paar honderd mijl voor, die we niet meer te pakken krijgen. Het is
leuk, je hoort de posities van iedereen, wat voor wind ze hebben en als er een
technisch probleem is kan er advies komen van deze of gene, wat weer erg handig
kan zijn. Zo is er dus toch altijd weer wat te doen.
Vandaag of liever zoals een echte bakker betaamt, ben ik
vannacht om 04.00 begonnen met de voorbereidingen van het bakken van een brood.
Bloem, gist, zout en water in een kom en roeren tot het een mooie bal is, dan
een uur laten staan, dan weer kneden met wat bloem en dan doe ik het deeg in de
wonderpan en laat het weer een uur staan. Inmiddels was mijn wacht voorbij en
ben ik eerst even gaan slapen om het vervolgens om 11.00 uur te gaan bakken.
Voor de lunch hadden we lekker vers brood en dat doe ik om de dag.
We draaien wachten van 3 uur op 6 uur af, dat gaat prima.
Arie stuurt we raken het roer amper aan. Tijdens je wacht m.n. ’s nachts kan je
dus lezen, naar je ipod luisteren, op je rug in de kuip liggen en met de app
skywalk of skyview lekker naar de sterren kijken. Een kop thee zetten en meer
van dat soort dingen. Ik haal ‘s nachts meestal een gribfile op via de ssb
zender/ ontvanger, zodat we weten wat voor wind te verwachten. Het is heerlijk
rustig ’s nachts. Het is rond 19.00 uur donker tot ongeveer de volgende ochtend
06.30 uur. Rond de lunch en zeker met het avond eten is iedereen paraat. Het
ontbijt gaat zo als het uitkomt. Als de wacht om 0800 uur wisselt gaat de
afgaande wacht toch meestal nog wel even slapen. En ’s avonds na het eten en de
afwas enz treedt er om 20.00 uur weer de rust in, omdat de twee die geen wacht
hebben dan te kooi gaan. Inderdaad een grappig ritme, dat ons goed bevalt.
Morgen met de lunch zijn we halverwege, is de verwachting,
nog een kleine 100 mijl te gaan, dan zit er 950 mijl op.
Woensdag 9 december vieren we dat we halverwege zijn. We
drinken een borrel en een glaasje wijn bij het eten. Het wordt nu aftellen.
Om 02.15 uur, ik ben net op weg naar mijn kooi, hoor ik een
raar geluid, een soort knal, ik hoor de fok bak slaan en Klaas roepen. Weer
naar boven, tja zei Klaas, het roer doet raar en reageert niet. Ik draai aan
het roer en inderdaad je kan het rond draaien, wat niet hoort. De fok staat bak
en het grootzeil staat geheel gevierd, want we varen min of meer voor de wind.
Tja dat is niet in de haak. Ik moet even nadenken, met de fok bak en het grootzeil wat klapperend is de vaart wel uit het schip.
Ik roep Piet Heijn erbij, want het lijkt er op dat er toch wat ernstigs aan de
hand is met het roer. Onze koplampjes gaan aan en nu kijken wat er aan
de hand is. Dat is al snel duidelijk de verbinding stuurwiel roer werkt niet
meer. Kabel gebroken?? Het is pikkedonker ook zo handig. De noodhelmstok ligt
in de bakskist, die moet te voorschijn komen. Nu staat er van alles achter in
de bakskist, een krat met reserve lijnen, een kratje met reserve sluitingen en
blokken, een walstroomsnoer, een zak aardappelen, een opvouwbaar karretje om
boodschappen mee te vervoeren en nog meer van dat soort handige zaken.
Bovendien ligt de vloer van het rubber bootje er ook. Alles moet eruit, er
handig al die losse spullen in de kuip, terwijl het schip nu niet bepaald stil
ligt. Dan komt de noodhelmstok te voorschijn als ook het “stuk ijzer” dat door
het dek moet worden gestoken en dan direct op de roerkoning gezet moet worden.
Dat had nogal wat voeten in de aarde omdat er een niet geheel passend onderdeel
was, dat moest worden bijgevijld en met een rasp moest worden behandeld. Ik heb
mezelf vervloekt, want ik had het in Dakar nog getest en wist dat het niet
paste. Ik dacht dat moet ik toch eens passend maken!!! Goed na veel gehannes en
gedoe, zat het nood geheel erop, we konden weer sturen. Hoewel een onderdeel
van de Aries windvaan dat op het stuurwiel zit moest gedemonteerd, want anders
paste het maar net. Ook erg fijn werk om met sleuteltje 8, 6 hel kleine
moertjes los te draaien op een geheel niet stilliggend schip. Ook dat gelukt en
daar gingen we weer, nadat we het grootzeil van het derde rif hadden voorzien.
We wilden klein beginnen om vertrouwd te raken met het sturen met de helmstok.
De helmstok is niet zo lang omdat het stuurwiel in de weg zit, gevolg het
sturen is ontzettend zwaar. Je kon het niet langer dan een uur volhouden. Aldus
geschiedde, het moest maar even zo in afwachting van daglicht.
Om 0800 uur in het licht hebben we de helmstok beter
vastgezet en vervolgens ben ik aan de gang gegaan met het maken van een
stuurtalie. Toen we lang geleden met de schokker “Witte Olifant” zeilden,
maakten we ook gebruik van een stuurtalie. Het schip had ook een helmstok, maar
als het harder ging waaien hield je hem niet meer op de hand, met de talie ging
het prima. Dat had ik ’s nachts bedacht dus op naar het kratje met de reserve
en overbodige blokken (katrollen) en met de reservelijn bedoelt voor de Aries
heb ik een talie gemaakt, dat maakte het sturen meteen een stuk minder zwaar.
![]() |
Beetje gevangen zit je wel. |
![]() |
Talie verschoven naar het uiteinde van de helmstok |
Een M10 bout moest de helmstok zekeren tegen loskomen, het houtje was een keg omdat er teveel ruimte was. |
Toch blijft het wel sjorren, maar we hoeven mekaar nu niet per uur af te
wisselen, want dat maakt het ook zwaar, 2 uur slapen wat je al niet haalt is
geen doen en dat dan nog ongeveer een week.
Het nieuwe regime is nu 2 uur op 4 uur af, geen mogelijkheid
om achter het roer vandaan te komen, dus gewapend met een beker thee, ipod en
de doos koekjes verdwijn je voor 2 uur achter de helmstok. Je kan niet weg,
want het schip gaat meteen er vandoor. Jammer van de sterrenstudie en het
lekker achterover in de kuip liggen, het is werken geblazen. Maar we kunnen
veilig verder, er is geen gevaar, het is alleen zwaar.
Inmiddels is het 14 december zijn we min of meer gewend aan
het sturen met de hand, ontwikkelen we nog meer spierballen en ook blaren op
onze handen, want je moet aldoor trekken aan een 8mm lijn en dat gaat niet
lekker. Lezen moet in je vrije tijd en niet meer tijdens de wacht. Brood bakken
kan ook niet meer tijdens de wacht. Nou ja er zijn ergere dingen. We varen op
met een Belgisch gezin, niet dat we ze zien, maar we liggen zo’n 30/35 mijl uit
elkaar. We spreken 1x per dag over de marifoon of de korte golfradio (ssb) met
elkaar. We lagen voor, maar nu liggen zij voor, want wij kunnen niet onder vol
tuig varen in tegendeel, we houden het bescheiden, anders is het sturen geen
doen. Toch zijn we iedere dag benieuwd of ze verder zijn uitgelopen, vandaag
waren wij wat ingelopen. Zo houden we het nog een beetje spannend.
Behalve dat we een poule hebben over de dagafstand hebben we
ook de aankomsttijd poule, dag en dagdeel hebben we opgegeven. Ik ben de meest
optimistische, donderdag middag 17 december, maar we hadden de tijd opgegeven
voor de roerproblemen en aangezien we niet meer zo hard kunnen varen is het de
vraag hoe het afloopt.
Verder dromen we al weg van Corrie’s Coffee Corner, die is
een imaginair café in Domburg, waar we heen gaan, waar ze overheerlijke espresso
verkopen. Wij drinken namelijk uitsluitend en alleen nescafé, terwijl ik dat
alleen drink aan boord als het harder dan windkracht 7 waait. Er was geen
koffie voor een doordruk koffiepot te koop in Mindelo dus we moeten het doen
met de nescafé. Piet Heijn drinkt geloof ik 10 koppen nespresso per dag, dus
die is inmiddels afgekickt. Ook een tap biertje lijkt ons heel erg
aantrekkelijk. Zo direct gaan we vieren dat we nog maar 300 mijl te gaan
hebben. Je moet wat om de sleur te doorbreken.
Ik heb de stuurtalie nog wat verder verfijnd. De talie zit
nu op het uiterste puntje van de helmstok, dat geeft nog ietsje meer hefboom,
waardoor het een pietsie minder zwaar gaat. Klaas heeft fietshandschoenen aan
en dus minder last van het wat striemende stuurlijntje, wij vinden hem wel een
watje, maar feit blijft dat wij meer last van onze handen en m.n. onze vingers
hebben, dan hij.
We lopen toch lekker door en beginnen te denken aan aankomen
op donderdag 17 december. Er staat een vrij sterke stroom naar het Noorden, we houden daar rekening mee
met de koers en de variatie is zo’n 16 graden moet je ook aan denken. In de
nacht van woensdag op donderdag loopt de zeebodem terug van 5000 meter, naar
2000 meter, naar 1200, 300 en ineens zien we maar 8 meter op het echoloodscherm
staan. Verbazingwekkend hoe snel het oploopt. Ook verandert de kleur van het
water, het is prachtig blauw. Hebben we onderweg ca. 5 schepen gezien, in een
nacht zien we er wel 30. Allemaal kleine vissersbootje met een variatie aan
verlichting. Het knippert, rood, groen, wit en soms blauw. Met officiële
verlichting heeft het niets te maken! Je moet dus goed uitkijken hoe ze varen.
In de vroege ochtend zien we op de ais, Sailaway
verschijnen, dat is het schip van de Belgische familie waar we iedere dag
radiocontact mee hebben. Ze liggen zo’n 17 mijl voor ons en gaan rond 06.30
langs de uiterton, door een smalle geul richting de Suriname rivier. Wij varen
rond 08.30 langs de uiterton. We hebben nog een beetje stroom mee, maar rond
10.30 is dat voorbij en gaat hij tegenstaan, we varen dan net langs fort
Zeelandia, waar kennen we die naam ook weer van??
Het wordt nog een paar uurtjes stevig doorvaren op de motor,
het waait hard en tegen. Het varen op de motor met de stuurtalie gaat ook wel
goed, we zijn er handig in geworden. Tegen 14.00 uur komt Domburg in zicht en
Joris van de Sailaway biedt aan om even te helpen bij het vastmaken aan de
meerboei. Dat is fijn, want het stroomt als een gek en ik kan vanachter het
roer nu niets zien naar voren, omdat je zittend moet sturen en dus niet op de
bank kan gaan staan.
We liggen vast en liggen stil, dat is in geen weken gebeurd.
We drinken een heerlijk koel finish biertje en gaan naar de wal. Er liggen hier
10 schepen, waaronder twee schepen die we al eerder waren tegengekomen, dus een
gezellig weerzien. Rond 17.00 verzamelt men zich op het terras van resort
Domburg, dat is het “clubhuis” van
Domburg voor de borrel. Als je bier drinkt bestel je een Djogo, een literfles
met bier, die staat in een koeler op tafel en wordt gedeeld met degenen die aan
tafel zitten of aanschuiven. Leuk en…. Ze hebben bitterballen. We eten hier ook
een hapje en gaan op tijd te kooi, geen wacht vannacht en we liggen stil.
Onnodig te zeggen dat we heerlijk hebben geslapen.
Vrijdag moet ik naar
Paramaribo om in te klaren, een zeer bureaucratisch gedoe, waar ik al redelijk
aan gewend ben. Gaby, een Nederlander, een solozeiler, die hier is blijven
hangen en nu hier de “club” runt heeft ons de stapel papieren al gegeven die we
moeten invullen, je wordt er gek van. Ik moet 8 verschillende papieren
invullen, ieder formulier begint met scheepsnaam, naam eigenaar vh schip, de
schipper etc. etc.
Ik ben ongeveer 40 minuten bezig om alles in te vullen. Piet
Heijn heeft voor een week een auto gehuurd en ik ga met Joris, de Belg samen
naar de MAS, de immigratie om een visum te halen en dan naar de militaire
politie. We gaan vrijdagochtend weg en ik denk kort na de lunch terug te zijn
om nog een paar uurtjes met Klaas en Piet Heijn door te brengen. Zij vertrekken
einde middag met hun spullen naar Paramaribo. Hun vrouwen komen ’s avonds aan
om hier 2,5 week door te brengen en wat van het land te zien.
Ik hoop dat dat lukt.
Overigens heeft Klaas de competitie gewonnen mbt de
dagafstanden, hij zat er 6 keer het dichts bij, Piet Heijn had het 5 keer goed
en ik 4 keer. Wat de aankomsttijd betrof had ik het goed, donderdag middag 17
december.
Beste Jet,
BeantwoordenVerwijderenGefeliciteerd met jullie succesvolle oversteek en hopelijk is het roer weer snel "bekabeld"! Respect voor jullie om dit zo op te lossen, We genieten een beetje mee vanuit een donker Nederland.
Groeten, Marleen en Frans
Nu eindelijk tijd voor een peddel op de Suriname rivier? groet Maarten
BeantwoordenVerwijderen