maandag 6 juni 2016

De oversteek van St Maarten naar Horta, Faial, Azoren

Zaterdag 7 mei. Afgelopen nacht hebben we in de haven van Port Louis gelegen. Ik wilde graag volle accu’s hebben, dieseltank en jerrycans vol, als ook de watertank vullen. Bovendien kunnen we dan onze jelly leeglaten lopen, met zoet water afspoelen, opvouwen en opbergen. En ik wilde Thomas en Mattijn het zeeanker laten zien. Een anker dat je in geval van heel zwaar weer overboord “gooit”. Het is een enorme lange lijn met allemaal kleine “parachutes” die moeten remmen. Ook hangt er een zware ketting aan, dit alles om het schip dan “rustig” de golven af te laten rijden. Gelukkig hebben we het niet nodig gehad.

Zee anker op de steiger. ca. 60 meter lang.


Ook konden we nog even douchen. Want wanneer zou de volgende keer zijn? Op de Azoren waarschijnlijk. Om 09.30 losgegooid en op naar buiten. De andere schepen (Sailaway, September Blue, Double Dutch, Lovis en Thorang La) waarmee we zullen vertrekken zijn ook druk bezig met anker op te halen, zeil te hijsen en 1 of 2 riffen te steken, het waait 25 knopen. Niet echt lekker voor het begin. Mattijn, is al direct wat gammel. We zeilen aan de wind tussen St Maarten en Anguilla naar het Noord Oosten. Het is weer even inslingeren voor iedereen en zeker voor Thomas en Mattijn. Ondertussen maakt er achter aan de spiegel of de Aries of de hydrogen een vreselijk geluid of er iets aan loopt. Ik vertrouw het niet en ga het goed bekijken en ja hoor. Het is de hydrogen weer. De schacht is verbogen boven het stuk dat is versterkt en gerepareerd in Gambia. Het kan de (zijwaartse) krachten van de golven kennelijk niet aan. Ik heb het er helemaal mee gehad, in slecht Nederlands. Ik haal hem met Thomas binnen en demonteer het, haal alles uit elkaar. Binden de schacht aan dek, haal de schroef er af, die gaat naar binnen en de hydrogen zelf ligt in het achteronder. Klaar uit!!

De wind varieert nogal de eerste dagen, rif er in en er weer uit en het tweede rif erin en er weer uit en …. Het regent. Sinds maanden moet ik mijn “oliebroek” aan doen. Dus bermuda met oliebroek en jas en blote voeten, het is een grappige combinatie. Het zeewater is overigens nog steeds 27,5 graad. We hebben contact met de anderen en het blijkt dat er op ieder schip wel een of meer mensen zeeziek zijn. Zo ook bij mij aan boord. Ik ben de enige die nergens last van heeft. Ondertussen varen we een record 24uurs afstand, 155 mijl, dat is nog nooit eerder vertoond.

Inmiddels heb ik ook mijn fleece bodywarmer te voorschijn gehaald, het wordt frisser en het waait stevig, 20/25 knopen met uitschieters naar 30 knopen. Maar we varen met ruime wind, dus hard gaan we. Het is ’s nachts aarde donker, er is nog geen maan.  Je kan het voordek niet zien, zo donker is het. Ik moet in dit soort donkere nachten vaak denken aan die dappere zeelui van vroeger, toen men nog dacht dat de aarde plat was. Omdat ook zij van die donkere nachten hadden, hebben ze vast vaak gedacht dat ze misschien vannacht van de aarde af zouden vallen.

Vanwege het overvliegende water moeten we bijna alles dicht doen, luiken en raampjes, gaat in eens midden in de nacht het gasalarm af. Er staat niets te koken op het fornuis, het is gewoon te muf binnen. De enige oplossing op dit moment is het alarm uit te schakelen, want er kan echt niets open gezet worden.  Beetje onhandig is dat als je het “middengedeelte” van het schip uitschakelt dat dan ook de wc donker is, nu ja.

In deze nacht blijkt weer dat de paal waar “zoef” de windgenerator op staat, scheef hangt, dat is ook niet de eerste keer. De ondersteunende palen, zijn eigenlijk te dun en de hoek is niet goed. We gaan overstag om de paal de “goede” kant op te laten hangen. Met vereende krachten maken we de bevestigingen voorzichtig los en proberen hem weer recht te krijgen. Het lukt bijna en voor de zekerheid zetten we een slangklem boven de aanhechting. Ik moet dat op de Azoren weer goed recht zetten, is nu onmogelijk, maar het lijkt zo wel te gaan.

Verder heeft de watermaker om de een of andere reden overdruk, dus hij gaat uit. Dan moet de decompressie kraan open en ja dan spuit er water uit, dat lekker door de bak waar de watermaker in staat,  rond klotst en inderdaad naar beneden siepelt op de matras en de opbergruimte onder de matras.  Oh wat heb ik hier toch de pest aan, zeker omdat je de matras niet kan laten drogen en het water is zout. Ook dat kan pas drogen op de Azoren, maar de matras is zout.

Na deze wat onstuimige nacht valt de wind vrijwel weg, 5 tot 8 knopen wind, het houdt niet over. We zetten de gennaker, maar daar waait het toch te weinig voor, dan maar het vistuig overboord. Mattijn en Thomas vissen, ik moedig hen aan en heb commentaar op hun manier van vissen. Ze vieren het vissnoer uit en gaan vervolgens wat anders doen, er hangt geen “alarm” aan het snoer, dus je weet ook niet of je beet hebt of niet. Ik vind het maar niets, maar hang er ook geen belletje aan oid. Ik plaag ze er alleen maar mee. In ieder geval leidt het niet tot het vangen van een vis, het aas wordt verandert, de zgn “rastaman” gaat nu aan de vislijn, die gaat het nu doen. Een lang verhaal kort, ik heb nu honderden mijlen gevaren en nog mijn oversteek bemanning heen als terug heeft kans gezien ook maar iets aan de haak te slaan. En ik had nog wel een visfileermes gekocht!



Het is 12 mei, we zijn 5 dagen onderweg en nog steeds ligt onze vloot redelijk bij elkaar, alleen de Lovis is ver weg gelopen, is ook een Dufour 40 performance, dus die moet ook wegvaren van ons. We hebben 2x per dag een afspraak om met onze vloot contact te hebben. We wisselen posities uit, de wind, de vaarplannen en vragen naar de visvangst, daar zijn wij natuurlijk vrij snel klaar mee. Ook meldt een ieder of hij dolfijnen en walvissen heeft gezien. Dolfijnen ziet iedereen wel, maar nog geen potvis of spermwhale gezien.




Op de Sailaway vaart een jong gezien met 2 kinderen, Luna van 7 en Mauro van 5. Zij moeten natuurlijk door hun ouders worden bezig gehouden, dwz ze moeten schoolwerk doen, en verder worden er films gekeken, geplakt, geknipt en gepuzzeld en vissen gevangen, zij wel. Op een moment kwam bij mij het idee op om een raadsel voor hen te verzinnen, dat hen lang zou bezig houden. Dat resulteerde er in, dat ik iedere dag, meestal tussen 11 en 12 hen opriep op kanaal 16 en Luna direct in de lucht kwam en zei hier Sailaway over naar 77, dat is een “kletskanaal”.  Het leidde tot veel vrolijkheid op de marifoon en de “grote kinderen” mochten alleen luisteren en niet voorzeggen. Mattijn kondigde als een ware radiorpesentatie de Radio Rinus Raadsel Rubriek aan en dan kwam ik aan het woord. We hebben het lang volgehouden, tot wij uiteindelijk te ver van de Sailaway verwijderd waren om via de marifoon contact te houden, de Thorang La heeft mijn rol toen overgenomen, tot het te slecht weer werd en we er geen tijd/ energie meer voor hadden. Zo kletsten we wat af op 77, dat gaf de nodige vrolijkheid die sommigen van ons af en toe wel konden gebruiken.


Terug naar 12 mei, geen wind, we besluiten te gaan zwemmen, zeilen naar beneden, zwemtrap overboord en te water. Nee niet allemaal tegelijk, er bleef steeds iemand aan boord. Het was prachtig blauw en helder water, de bodem lag 5000 meter onder ons, een raar idee. En lekker dat het was dat zwemmen en daarna hebben we in de kuip gedouched, wat een heerlijkheid.







We varen inmiddels op de motor het is totaal blak. Na 1,5 dag komt er weer wat wind, motor uit. Het waait nu 16 knopen , we lopen 6,4 knopen, ik ben niet ontevreden. Het zeewater is nu 25 graden, het is al 4 graden kouder dan in St Maarten en de rest van de Caribe. Na een week zeilen hebben we 873 mijl afgelegd. Het blijft een beetje sukkelen met de wind, gennaker erop en weer eraf. ’s Nachts varen we ineens weer in de stand “melkmeisje” of te wel grootzeil aan de ene kant, de fok op de boom aan de andere kant, de stand die we vrijwel de hele oversteek naar Suriname hebben gevaren. 

Melkmeisje

Op 17 mei zijn we halverwege, althans zo ongeveer, we hebben 1256 mijl gevaren, maar onze koerslijn is zeker geen directe lijn naar de Azoren. Er komt een flinke depressie aan en we varen min of meer pal oost om de depressie boven ons langs te laten lopen. We varen nog steeds min of meer met elkaar op, althans we hebben Kwik, Kwek en Kwak te weten; de Sailaway , Thorang La en Morning Glory varen gelijk op. Double Dutch zit westelijker en noordelijker, Lovis ver voor en September Blue is wat achterop geraakt. Ik ben erg verbaasd dat ik al die 40+ footers bijhoudt. Leuk.


Kwik, Kwek en Kwak 


18 mei Mattijn is jarig vandaag. Ik heb ’s nachts een slinger op gehangen en ’s ochtends bij de koffie is het tijd voor cadeautjes. Mattijn had van thuis een tas met cadeautjes meegekregen en ook wij hebben wat gekocht. Over kanaal 77 is hij toegezongen door de vloot om ons heen. Een bijzondere manier om je verjaardag te vieren. Bij de borrel een fles prosecco.








Het zeewater is nu afgekoeld tot 21,5 graad en er komt veel wind aan. Ik luister ’s avonds naar weerman Chris Parker, die een specifiek bericht uitzendt voor mensen die naar de Azoren varen. Ik heb een abonnement genomen op zijn weerbericht en dat betekent dat ik via de SSB, de korte golf radio, (een pracht cadeau wat ik van een grote virenden kring op mijn 60ste verjaardag heb gekregen) vragen kan stellen aan Chris, hij adviseert wat ik kan varen om de depressie te vermijden, althans dat proberen we. Ik deel dat weer met de vloot om me heen. Na het gesprek met Chris spreek ik met mijn zeilcollega’s over de volgend koers. Het is leuk om te doen en zo varen we met elkaar op. Eer is een Zweeds schip dat tegelijk met ons vertrok ook weer in ons kielzog gevaren. Zij vroegen waarom wij ineens Oost gingen varen ipv van NNO. Na de uitleg over de depressie wijzigden zij ook hun koers en zijn bij ons in de buurt gebleven tot aan de Azoren.  De Lovis die al zo ver voor lag hoorde ook van de wind die er aan kwam en zijn weer afgezakt naar het Zuiden om de depressie te missen en in eens verschenen zij ook weer op de AIS, dus ook zij gingen met ons mee.

Vrijdag 20 mei, een van de stuurlijnen van de windvaan, Arie, breekt, dus ik hangend over de spiegel fabriek er een nieuwe lijn in. Eerst een dun lijntje met 2 moeren er aan door de buis laten zakken en vervolgens de nieuwe lijn er aan vastgemaakt en er door heen getrokken. Voor de zekerheid heb ik later op de ochtend de andere lijn ook maar vervangen, ze zijn tenslotte even oud. Dat bleek een goede gedachte bleek later. 


Stuurlijntje vervangen



En opeens verschijnt ook Double Dutch op de AIS, ook zij kwamen naar “beneden” om de harde wind te vermijden. Hoe zuidelijker hoe minder wind, maar je wil ook niet te zuidelijk want dan werd na de depressie de koers naar de Azoren (hoog) aan de wind.

Ieder doet het op zijn eigen manier, maar er was wel veel overleg, over de ontvangen gribfiles en de weerkaart etc. Veel meteorologen in de vloot.

Zaterdag 21 mei, het gaat harder waaien, 1e rif om 05.45 uur om 09.00 uur het 2e rif en een half uur later zit ook het 3e rif er in.  En wat ik zelden doe, we rollen zelfs de fok wat in. 






Het is zeer buiig weer. We lopen wel lekker hard en zijn nog steeds bij de vloot. Lovis meldde zelfs dat “verdorie het kleinste bootje van de vloot voor aan ligt”. Dat vond ik wel leuk te horen. We lopen regelmatig 7,5 en soms bijna 9.0 knopen, op een ruime windse koers.


Zondagochtend rond 06.30 zou het front passeren en de wind naar het NW draaien, het waait 25/30 knopen en er komt een massief grijze lucht aan, daar komt de regen. Heel veel regen en pats draait de wind, we moeten gijpen en zijn net op tijd. De wind draait van 240 naar 340 graden. Alle hens aan dek. Het waait hard en het klettert enorm. Het leidde er wel toe dat we een nieuw record aantal mijlen afleggen in 24 uur 159 mijl.

Maandag neemt de wind wat af, 3e rif eruit, fok weer uitgerold, we lopen ruim 6/6,5 knoop. Ik zit aan de kaarten tafel en zie wat water over de vloer bij de kaartentafel lopen, ik had al wat water in de wc zien lopen, het klotst een beetje heen en weer. Het is zout, dus het komt van buiten, maar waar door het lekt?? Geen idee. Er komt zoveel water over dek, het gangboord staat bijna aldoor onder water, dus ja het verbaast me nu ook niet echt, maar vervelend is het wel. Ook blijkt het in mijn kooi te lekken, dat is vervelender, een nat bed wil je niet. Ondanks de wind, het gespring van het schip in de golven ga ik een brood bakken. Ik houd niet van het woord, maar het is vandaag wel een uitdaging. Het lukt uiteraard zou ik haast zeggen en we zijn blij met een verse boterham. De meeste verse groenten zijn op. We hebben het lang goed gehouden en weinig weggegooid, maar op een dag is het gewoon op. Blikken genoeg, waar Mattijn en/ of Thomas van alles van weten te maken. Goed je zou het thuis niet direct eten uit zo’n blik, maar aan boord is het prima. We eten altijd buiten, maar nu moeten we oppassen dat het eten niet van je boord waait. Wie een bord eten krijgt aangereikt eet het meteen op en hoeft niet op de anderen te wachten, want dan is het of weggewaaid, of afgekoeld.

We maken mooie voortgang, maar het is erg onrustig, het schip slingert en bonkt op de golven en er komt af en toe massief water over, de kuip staat soms behoorlijk vol met water. Dit is watersport!! Ook worden er hier en daar weer mensen zeeziek. Het zeewater koelt verder af het is nu maar 18,5 graden. We hebben ook meer kleren aan en sokken en laarzen en helaas de mijne blijken te lekken.

Flinke scheur
(Foto in de haven gemaakt)
Woensdag 25 mei, als het licht wordt zo rond 04.45 roept Thomas mij , hij ziet een scheur in de fok. Ik mijn kooi uit en ja niet zo’n kleine scheur ook. Geen keus hij moet eraf, die fok. Geen lekkere klus met al die wind, het zeil klappert bij het oprollen en scheurt nog iets verder in. Fok goed vastgebonden en de stormfok te voorschijn gehaald. Een kleine fok van zeer dik materiaal. Hij zit lekker ouderwets op leuvers, dat kan ook niet anders met een stormfok. Ik zet hem op het kotterstag en daar gaat ie omhoog. We hebben geluk dat we niet hoog aan de wind varen, maar met een knik in de schoot op Horta aan kunnen sturen. We varen al een tijdje op met de Lovis, de anderen zijn iets achter gebleven, maar met die stormfok, kunnen we niet meer mee met Lovis, die langzaam uitloopt. Met het 3e rif dat er weer inzit en de stormfok varen we toch nog zo’n 6,5 – 7 knopen, het waait dan ook behoorlijk hard 28 – 30 knopen met flinke uitschieters, dik de dertig in. Het schip vaart als de rook. In de loop van de avond komen er lichtjes in zicht, Horta wij komen er aan.

Op donderdag 26 mei rond 02.00 uur lopen we de haven van Horta binnen. We kunnen de jachthaven niet in, we moeten voor anker, helaas. Dat kostte nog even moeite, het is vol in de havenkom en de ankergrond is niet zo fijn en het is er diep. We steken 50 meter ketting en liggen vast. De fles(sen) wijn en de finish sigaren komen te voorschijn.



We hebben 18 dagen en 11 uur gevaren, 2503 mijl afgelegd. De grootste dagafstand was 159 mijl, de kleinste afstand was 81 mijl.

Tegen de vroege ochtend komen de Sailaway en Thorang La binnen, ’s middags komt Double Dutch en tenslotte vlak voor 1800 uur komt ook September Blue binnen. Het is haast niet te geloven, dat we met het groepje waar we mee zijn vertrokken binnen 24 uur allemaal binnen zijn. We gaan een paar uur slapen en praten ons met behulp van Rinus van de Thorang La en een smoes de haven in. We zijn blij om aan de wal te liggen, aan de stroom en lekker lopen op de wal en geen bootje opblazen. En wat is de douche heerlijk en fijn om je haren te wassen, weg al het zout. Om niet te spreken van schone kleren, die niet zout zijn.

Om 1930 uur gaan we met z’n allen uit eten. Grote biefstukken en veel flessen wijn en kannen bier verschijnen er op tafel. Het is zelfs zo dat we de tap hebben leeg gedronken, we gaan over op flesjes bier. Het wordt een heel gezellige avond, die we tenslotte afsluiten bij Café Sport, het beroemde zeilers café in Horta. Sommigen van ons hebben zelfs het café gesloten, dat heb ik niet meer meegemaakt. We waren toch wel behoorlijk moe na die pittige laatste dagen.




We slapen een gat in de dag mede omdat het schip zo stil lag, denk ik en beginnen aan de was, de schoonmaak en kopen vers brood en meer van dat soort dingen. We brengen onze 2 zakken met vuilnis weg en ik ga op zoek naar een zeilmaker.

De vuilnis is nog een paar woorden waard. Wat te doen met ons afval?
We gooiden alle natuurlijke afval, als aardappelschillen, bananenschillen, uienschillen, etensrestjes etc over boord, evenals papier zonder plastic coating. Blikjes niet en flessen wel. Na langdurige vergaderen hebben we besloten dat we de fles vulde met water en dan overboord zetten. Alle plastic verpakking spoelde we goed af ivm stank en ging in een grote vuilniszak die achter aan de zeerailing hing. We maakten alles zo plat mogelijk. Na de oversteek hadden we 1,5 vuilniszak vol. Het viel ons mee.

De tijd. We hadden tussen St Maarten en de Azoren 4 uur te overbruggen. We hebben de tijd aan ons zelf en met niemand rekening te houden. Alle praatafspraken via de marifoon of de ssb ging in GMT of wel UTC tijd, daar kan geen misverstand over bestaan. Ik heb aan boord een klok met de boordtijd en een klok met GMT. Wij hebben als het handiger werd met eten de klok vooruit gezet. Daar bedoel ik mee, dat ik wilde dat als de wacht van 20.00 uur begon, we hadden gegeten, de afwas was gedaan en alles was opgeruimd, bij daglicht. We hebben 2x de klok een uur vooruit gezet, de laatste 2 uren hebben we pas op de Azoren gedaan. Het was op de weg naar Suriname overigens van meer belang dan naar de Azoren omdat we richting Suriname natuurlijk naar het Westen stuurde en het dus steeds donkerder werd. Nu stuurden we naar het Noorden en later Noord Oosten, het werd dus sowieso lichter. In Suriname was het al om 1800 uur donker. Hier is het pas tegen 2100 uur donker. Dat vind ik overigens wel heel fijn dat het niet meer van 07.00 tot 18.00 donker is.

Na wat klussen aan boord werd het tijd om wat van Faial, het eiland te zien. We huren 2 scooters en touren in een dag het eiland rond. Het weer houdt niet over, maar we komen redelijk droog de dag door. We gaan met de NL groep, 16 man naar Pico, met de veerboot naar het eiland aan de overkant om te gaan “whale watchen”. Helaas zien we geen walvis.  Het waaide veel te hard, blijkt. 
Het wordt tijd dat Mattijn en Thomas op huis aan gaan, hun gezinnen wachten met smart op hun man en vader. Het weggaan van bemanning geeft mij altijd een dubbel gevoel. Ook nu heb ik heb het weer erg getroffen met mijn bemanning, als ze weg zijn is het leeg en stil aan boord en ook vind ik het fijn om even het schip weer voor mezelf te hebben voor Saskia komt.

Ik moet verder aan de “verbouwing” van het schip. De “zeestand” verandert dan weer in de “dagtochten stand”. Altijd weer een heel gedoe. Helaas ontdek ik dat er toch veel meer zout water binnen is gekomen, dan eerder gedacht. Een (beetje) vloekend en tierend ga ik aan de gang met schoonmaken. De matras stuurboord achter blijkt behoorlijk doorweekt. Ik leen een elektrisch kacheltje en zet de warme lucht kachel aan boord aan. Hij wil maar niet drogen. Tenslotte sjouw ik na drie dagen de matras aan dek en zet er de zoetwaterslang op en stamp een uur lang met mijn blote voeten op de matras in een poging het zoute water te verdrijven. Dan moet hij drogen, daar ben ik nu al 4, ja vier dagen mee bezig. Ik sjouw dat ding van binnen naar buiten als het waait en de zon schijnt, dan komt er weer een bui, matras weer naar binnen en dat al dagen lang. Ik krijg er bijna een slecht humeur van. Bovendien kan ik daardoor niet verder met opruimen, want in die kooi staan op die matras kratten met voorraden eten, die nog ruimschoots aanwezig zijn en andere spullen. Je weet tenslotte nooit wat er kan gebeuren onderweg. Stel je breekt je mast, dan doe je er zo maar 4 tot 6 weken over, dus er moet genoeg eten  mee. Gelukkig gebeurde dat niet, dus heb ik al vast blikvoer voor de laatste oversteek naar Engeland.

Ondertussen heb ik veel gezelligheid met andere zeilers hier. Van onze vloot zijn er nu 3 vertrokken richting andere eilanden en NL. Ik wacht op Saskia, die morgen komt. Ik kijk daar natuurlijk zeer naar uit. We gaan hier op Faial nog wat rondkijken en dan naar Sao Jorge en nog wat andere eilanden van de Azoren bezoeken.

De nieuwe avonturen komen in een volgend blog. En ook op mijn facebookpagina en die van Saskia natuurlijk.
Thomas Pollmann, (kijk ook op zijn fb pagina) maakte iedere dag op min of meer het zelfde uur met de zelfontspanner een foto van ons drieën. 




We moesten serieus kijken, dus niet lachen en dat was heel moeilijk!! Dit leidde op fb al vaak tot de vraag of we het wel naar onze zin hadden. Reken maar dat dat het geval was. Het was weer heerlijk.




Lekker lezen
 
Lekker sturen



Lekker zeilen

Wat is dit toch mooi!!

PS.de filmpjes zijn door Thomas gemaakt. Ik hoop dat ze goed overkomen.



2 opmerkingen:

  1. Leuk geschreven! En wat was het gezellig met zn allen, zowel op zee als aan land ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ha Yet, nav het meevaren van Corrie en Annet heb ik over je gehoord. Mooie tochten, goeie verhalen. Mijn vraag an je is: waar heb je dat zeeanker vandaan?? Ik ben ernaar op zoek, maar nog geen resultaat. Ik hoor het graag van je, groetjes en fair winds, hoop je te spreken ergens. lia

    BeantwoordenVerwijderen