donderdag 25 augustus 2016

De laatste mijlen naar Muiden

Op woensdag 3 augustus vertrekken Sas en ik uit een wat grijs Fowey naar Salcombe.  We hebben een memorabel moment, want we doorkruisen de koerslijn van vorig jaar toen we van Plymouth over staken naar L'Aberwrach in Bretagne. We zijn rond!
Het is vlagerig weer, rif er in, rif er uit. Melkmeisje gezet, dus boom er in en de boom er weer uitgehaald. Kortom het is een "rommelige" zeildag. We meren af in Salcombe aan een vlot naast Calypso. We gaan lui met de watertaxi naar het dorp, hebben geen zin om de jelly weer op te blazen, het motortje er aan te hangen etc. Bovendien waait het vrij hard en hebben we stroom tegen, dan worden we nat. Salcombe is een prachtig dorp, wel erg vol met toeristen, het is hoog seizoen.



Op donderdagmiddag vertrekken Sas en ik richting Dover, zo'n 200 mijl varen. We zien zo waar nog een paar bruinvissen langs komen. En om de zeesfeer er nog even in te houden ga ik een brood bakken. Het is altijd het zelfde liedje, ga je brood bakken of koffie zetten, gasfles leeg. Gelukkig is de zee rustig en kan ik snel de gasfles verwisselen. Ik heb 2 flessen propaan/ butaan aan boord en voor de zekerheid nog 2 kleinere campinggas flessen. Het is me de hele reis gelukt om de propaan/ butaan gasflessen bij te laten vullen.

We hebben een voorspoedige tocht langs de kust, zien Wight verschijnen aan de horizon en weer verdwijnen. We leggen nergens aan tot we in Dover zijn. We gaan hard en zijn zaterdagochtend kort na zonsopkomst in Dover. We "moeten" het Granville dock" in. Broer Matthys die vorig jaar meevoer van Muiden tot Dover komt ook weer even aan boord. Hij is net terug uit Spitsbergen waar hij 3 maanden heeft gevaren, hij vaart voor rederij Ocean Wide, leuk als je ijsberen etc wilt zien.

Hij komt 's avonds aan boord en zondag gooien we om 06.30 uur de trossen los, we moeten voor 07.00 uur het dock uit zijn, anders gaan de deuren dicht tot het volgende tij. Het waait behoorlijk, het 1e rif er in en spoedig volgt het 2e rif. 25 Knopen wind uit het SW is prima als je naar België oversteekt. We moeten haaks de shipping lanes oversteken, anders krijg je de autoriteiten op "je dak" via de marifoon. Het is zondag, het is natuurlijk onzin, maar het is niet druk vandaag, omdat het rustdag is??? Fijn voor ons. De scheuren naar de overkant en buigen dan af richting Oostende. In Oostende liggen de "Haddock" en de "Vlaamse Gaai" van respectievelijk Reinier en Tjabien Wissenraet en Jan Willem en Tineke de Vlaming ons op te wachten. Wat was dit een hartelijk weerzien. Reinier en Tineke staan op de pier te zwaaien en Jan Willem staat klaar om een lijntje aan te pakken. Tjabien was helaas al onderweg naar huis.


Reinier overhandigt mij het geschiedenisboek van de "Koninklijke"



We hebben uiteraard gezamenlijk gegeten op de club en ja hoor de garnalenkroketten lagen al snel op ons bord, gevolgd door een heerlijke tong, dit alles ruim gelardeerd met witte wijn. Wat een fijne avond was dit. Inmiddels realiseer ik me, dat dit de voorbode is van wat wellicht in Scheveningen, maar zeker in Muiden het geval zal zijn. Het weerzien van velen!!

Maandag en dinsdag blijven we in Oostende. Dinsdagavond verwelkomen we Tjakko en Finette, die op weg uit Frankrijk naar Hilversum ons al graag wilde treffen. Aldus geschiedde. Ook dit was een heel hartelijke weerzien, borrel aan boord en wederom gegeten op de jachtclub. Wij wilden de volgende dag naar Scheveningen zeilen. Helaas zou de wind naar het NW draaien, ZW is natuurlijk fijner. In de loop van de avond zag ik de wind afnemen en nog in het ZW zitten. Ineens leek het mij een goed idee om maar te vertrekken als Tjakko en Finette naar hun onderdak in de Haan waren gegaan. Dus om 23.30 uur trossen los en weg zijn we richting Scheveningen.

Het was voor Sas heel even slikken, maar zo gaat het soms. We hadden regen, wind, geen wind, onweer in de verte, dus het werd nog een aardig tochtje. In de loop van de vroege ochtend komt Zeeland in zicht en beginnen onze telefoon te piepen, we hebben weer bereik. We passeren Maasmond en dan wordt "Morning Glory" op de marifoon opgeroepen door "Charlotte". Jip Baneke die op ons zou wachten in Scheveningen is vertrokken, omdat hij met die NW wind lekker naar Zierikzee kon terugvaren. We treffen mekaar dus op zee, hij vrolijk zwaaiend met zijn vlag. Erg leuk.



We varen de laatste mijlen en dan komen de pieren van Scheveningen in zicht. Als we binnenlopen staan Margreet Roose en Marijke van 't Riet op de kant en ietsje verder zie ik Diederick den Hollander en Maaike Swart die ook staan te zwaaien. Kortom dat belooft wat. Als we afmeren in de haven staan er binnen de kortste keer 8 mensen in de kuip. Diederick heeft zelfs een tas met Hollandse waren meegenomen. Ik sta met stroopwafels, ossenworst, pindakaas, borrelnoten, gelderse worst in mijn handen. Reuze leuk en lekker. Loes Beukers komt aangelopen, die had ook Marine Traffic in de gaten gehouden. Na de borrel met o.a. Adam en Titia naar visrestaurant Catch, wat een traktatie was dat!!

Het was even wennen hoor al die mensen aan boord, maar erg gezellig en hartelijk dank dat jullie er waren. Vervolgens moest ik me nog steeds bij de havenmeester melden. Bij het horen van de naam van mijn schip reageerde hij direct en deed een greep naar achteren. Hij gaf me vervolgens een prachtige fles Laurent Perrier met kaart en slingers, die Jip bij hem had achter gelaten als welkomst drankje. Nou Jip dat viel in reuze goede aarde.


Inmiddels had ik al een berichtje van de Lovis ontvangen dat zij ook in Scheveningen waren aangekomen, een dag voor ons, dus daar hebben we donderdagavond gegeten met Elmar, van September Blue. Ook hier weer een hartelijk weerzien. Vrijdag naar IJmuiden en door naar Amsterdam, waar we de nacht doorbrengen in Marina Amsterdam, na een dierbare avond aan boord met Ellen de Ranitz. Een prima haven met de mooiste, schoonste en ruimste douches, die ik het afgelopen jaar heb gezien!!

Zaterdag in het begin van de middag op weg naar Muiden. Op de Javakade staat Mattijn te zwaaien. Na het passeren van Schellingwoubrug zien wij de "Haddock", "Pas de Deux" en "Carbonara" liggen.




"Paddock" met een deel van mijn bemanning.






"Carbonara"


Ze varen mee naar Muiden, met ab "Haddock" een groot deel van mijn bemanning. Er wordt ons vanaf de "Pas de Deux" een fles bubbels en 2 glazen overhandigd. Proost op een mooie thuiskomst.


We varen de Vecht op en ja hoor op de vlonder staan allerlei mensen te zwaaien, veel getoeter en voor de Pampusbar aangelegd. Op het terras vele vrienden, wat werden Sas en ik daar blij van.



Het was een heel hartelijk weerzien met familie, bemanningsleden, vrienden, buren en klanten die vrienden zijn geworden. Heel erg dierbaar allemaal. 's Avonds met zo'n 25 man op de club gegeten. Er werden mooie woorden gesproken.




Deel van mijn bemanning


Het is een fantastisch jaar geweest. Ik heb er ontzettend van genoten. En ja wat tegenslag en pech gehad, het hoort er ook bij. Ik heb het allemaal goed doorstaan. Ik ben er wijzer van geworden, heb mooie (ei)landen (een beetje) gezien, leuke en interessante mensen leren kennen. Ik heb genoten van mooi weer, aldoor mooi weer en van mijn schip natuurlijk. Wat een goed schip heb ik. Daar ga ik vast nog wel weer een "tochtje" mee maken.

Heb ik wat gemist? Ja Saskia, hoewel ze gelukkig een paar keren is geweest aan boord, zodat ze toch een deel heeft meegemaakt. Vrienden heb ik gemist. Niet heb ik gemist het nieuws, het journaal, de krant, files, regen en meer van dat soort dingen, die thuis wel belangrijk zijn of misschien waren??






Aan de andere kant is het leven aan boord zo anders, dat je geen tijd hebt om "thuis" te missen. Nu is het weer wennen aan "thuis" en het leven aan de wal. Saskia en ik zijn nog aan boord, maar dat zal nu niet lang mee duren.
Het "landleven" wacht en de klanten ook, want ik ga in oktober gewoon weer aan de klus.

Nog wat cijfers:

Ik heb zo'n 13.000 mijl gevaren. Ik heb 15 bemanningsleden gehad. Ik ben in 10 landen, (daarmee bedoel ik het vaste land), geweest, heb 31 eilanden bezocht. De motor heeft 1200 uur gedraaid, (deels voortgang, deels stroom), de watermaker heeft 362 uur gelopen. De watermaker maakt ongeveer 27 liter per uur, dat zijn dus 9774 liters drinkwater. Verder heb ik zeker 37 broden gebakken.
De fok is 2 keer gescheurd. Het grootzeil heb ik een aantal keren van "pleisters" voorzien om slijtageplekken dicht te maken. Bijna al het "touwwerk" is aan vernieuwing toe, veel slijtage. Het schip krijgt van de winter een grote verwenbeurt evenals de mast natuurlijk.
Ontelbare keren heb ik geankerd. Tot slot, ik heb een kleine 20.000 hits van mijn blog!!!

Ik dank alle lezers, voor het lezen van mijn blog. Ik vond het leuk om te doen en wellicht dat ik een blog ga schrijven over mijn klusbelevenissen, want in dat leven gebeurt ook van alles en nog wat, dat leuk is om te lezen, denk ik. We zullen het zien.



donderdag 4 augustus 2016

São Miguel naar Engeland

Azoren naar Isles of Scilly/ Falmouth


Los van de voorbereidingen van onze laatste Atlantische oversteek wil ik Paul ook nog wat van Sao Miguel laten zien. We huren een auto en toeren nog wat rond en maken een prachtige wandeling.

Ook maken we nog een religieuze feestdag mee met een fantastische optocht, een soort carnavalsoptocht en natuurlijk de finale van de EK voetbal. We zijn uiteraard voor Portugal en kopen een Portugees petje en reserveren een tafeltje in een restaurant met een grote televisie. Bovendien heb ik en een groene lange broek en uiteraard een rode polo, dus voor wie ben ik eigenlijk, dat leidt geen twijfel. Grappig genoeg zijn wij bijna de enigen in het restaurant die zich zo hebben "uitgedost".In het stadion zien we wel supporters met de strijdkleuren van Portugal dan wel Frankrijk, maar hier in Ponta Delgado niet echt. "Wij" winnen dus grote vreugde uiteraard hier. Het lijkt wel of iedereen in zijn auto is gaan zitten en luid toeterend rondrijdt van hier naar nergens.

Op dinsdag 12 juli vertrek ik met Piet Heijn van Mechelen en Paul Malschaert naar Engeland. Het weer of liever de windverwachtingen houden niet over de  komende week en ook op nog langere termijn is er niet veel wind te verwachten. Hoge lucht druk ligt “in de weg”. En om nog een week of wellicht langer te wachten op meer wind, is geen haalbare kaart. We gooien de dieseltank vol (80 liter) en vullen de 5 jerrycans (20 liter per jerrycan) die in het gangboord staan vastgebonden, daar moeten we het mee doen. Het is gebruikelijk dat je eerst weg van het eiland moet motoren, dat gebeurt ons dus ook. Later in de nacht zetten we het “melkmeisje” weer op. Giek over het ene boord en de fok op de boom over het andere boord, dit was de zeilstand van de Kaap Verden naar Suriname en dat hoort ook als je op die hoogte naar het Westen vaart. Het is een beetje zeilen als ook af en toe de motor bij. Om vooral diesel te sparen varen we maar op 1200 toeren, geeft wel enige voortgang. Als de motor draait zet ik meestal ook de  watermaker aan. Ik probeer watertanks (2 stuks, samen 300 liter) zo vol mogelijk te houden. We sukkelen de nacht door er staat 3 tot 5 knoopjes wind. Woensdag en donderdag blijft het sukkelen met de wind, de zeewater temperatuur stijgt van 19 naar 23 graden. Je krijgt bijna zin om te zwemmen. We motoren wat, we zetten het “melkmeisje”, we zetten zo waar de gennaker en we lezen vooral veel en zitten lekker in de zon. 



En we vorderen maar langzaam, 3 etmalen van 87, 86 en 95 mijl. Het enige nieuws van deze dagen is dat we 2 walvissen zien, vrij dichtbij. We horen ze spuiten. Verder wordt er nog wat gevist, zonder succes!!
Zaterdag 16 juli, het regent, het is grijs, we moeten zelfs een lange broek aan. Het zeewater is weer afgekoeld tot 19 graden en we zien een vrachtschip.

Met enige regelmaat heb ik contact met Saskia via de SSB, Single Side Band radio, de kortegolf. We mailen dan. Dan blijf ik nog een beetje op de hoogte van haar wel en wee en soms hoor ik van haar wat er in de wereld gebeurt. Ik houd haar op de hoogte van onze voortgang en positie en andere bijzonderheden, die zij dan weer deelt met de echtgenoten van mijn bemanning. Zo horen we van een staatsgreep in Turkije, van  een autobom in Nice en we horen dat Bouke 2e staat in de Tour. Dat is tenminste goed nieuws. De rest is allemaal narigheid, als ik het zo mag noemen. Het nieuws staat zo ver van mij af en als ik ergens aan wal een krant kan downloaden merk ik dat ik al dat soort nieuws oversla. Ik heb er geen zin in. Is dit nu het gevolg van zo lang weg zijn? Steek ik mijn kop in het zand of liever de zee. Ik weet  het eigenlijk niet precies, maar rustig is het wel.

Zondag 17 juli, we legen 2 jerrycans diesel in de tank, want helaas moet de tor toch wel vaak aan. ‘s Middags zie ik een torentje water opspuiten, walvissen. We wijzigen koers richting de walvissen. We varen zachtjes naar ze toe en kunnen ze prachtig zien. Ze hebben ons niet in de gaten lijkt het, want ze zwemmen rustig verder en spuiten regelmatig overtollig water de lucht in. We maken foto’s en filmpjes, altijd sensatie als je ze van zo dichtbij kunt zien.




Het is erg rustig weer en zonnig. Paul heeft weer heerlijk gekookt, dat verdient eten aan tafel. 




We eten altijd buiten, maar vanavond is het weer zo  stil, dat we de tafel buiten installeren. Is leuk en doet recht aan het lekkere eten. We drinken er ook een glaasje wijn bij. We zijn zeer matig met drank, het is of een biertje bij de borrel of een fles wijn met z’n drieën bij het eten. En als we democratisch kiezen voor wijn is het een beker limonade of water met citroensap bij de borrel! Je weet maar nooit of het ’s nachts windkracht 8 wordt of zo iets dergelijks. Ons slaapritme is tenslotte ook niet zoals thuis, dus we moeten zien dat we fris en uitgerust blijven. Ons wachtsysteem is 3 uur op, 6 uur af. Dat is prima te doen. In die 6 uur die je “af” bent moet er gekookt, gegeten, genavigeerd, brood gebakken en meer van dat soort dingen gebeuren, dus je moet een beetje opletten dat je aan je slaap komt. Het is even wennen, maar het werkt uitstekend. Zo was Paul de eerste avond zeer verbaasd dat Piet Heijn na het eten en de afwas om 20.00 uur te kooi ging. “Nu al te kooi”? Ja want hij was om 23.00 uur al weer aan de beurt tot 02.00 uur en dan is het te lang zonder slaap.

Maandag 18 juli, na een grijze en vochtige nacht, begint de zon te schijnen. 



We hijsen de gennaker, die na twee uur weer naar beneden moet, het wordt weer melkmeisje, dat weer weg moet na 1,5 uur geen wind, tor weer aan. We krijgen er soms een punthoofd van. Ik vergeet helemaal te vermelden, dat we alweer dagen “Portugese oorlogsschepen” zien. Het is een soort kwal, die er in de verte uit ziet als een zeilende opgeblazen plastic zak. Op de oversteek van St Maarten naar de Azoren zagen we er iedere dag tientallen, nu zien we er niet zo veel, maar ik ben toch verrast dat we ze nog zien. Ze zien er mooi uit, maar zijn behoorlijk giftig. Ze hebben lange tentakels, die je niet moet aanraken, geeft uren veel pijn. 

Inmiddels is ons daggemiddelde gestegen tot net boven de 100 mijl per etmaal. We maken er al de hele reis een competitie van om te raden hoeveel we hebben afgelegd per 24 uur.
Dinsdag 19 juli, we zijn een week onderweg en hebben  maar 708 mijl afgelegd, dus 100 mijl per etmaal. Niets aan te doen. We zeilen vrolijk verder, in een “rommelige” zee en dito wind. Het waait het ene moment 4 knopen en 3 minuten later 14 knopen. ’s Nachts liggen we weer vreselijk te klapperen, dus de tor maar weer aan.  In de loop van de dag gaat het ineens waaien en moeten we zowaar een rif steken, wat is dat ook al weer? We varen zelfs 122 mijl in het etmaal. En ’s middags komt ook het tweede rif te voorschijn. Het moet niet gekker worden!

Op donderdag komen we zowaar weer een schip tegen, het tweede pas. Zoals gezegd heb ik via de SSB contact met het thuisfront, dat dat ook erg belangrijk kan zijn blijkt als Sas mailt dat Paul zijn vrouw moet bellen, zijn Vader van 92 is opgenomen in het ziekenhuis. Dus via de satelliet telefoon heeft Paul contact met thuis. Het is een wat lastige situatie, sneller kunnen we niet. En Paul kan niet van boord. Op zaterdag naderen we de Isles of Scilly en we willen daar graag even ankeren op St Mary’s om een biertje in de Mermaid te drinken. We ankeren in Porth Cressa en Paul kan meteen even met huis bellen. De berichten zijn niet zo goed, dus we besluiten om even te eten aan boord en het ankeren weer te lichten en toch snel naar Falmouth te varen. Aldus geschiedde. We hebben een drukke nacht met kruisende vrachtschepen voorlangs en achterlangs. Het is duidelijk  we naderen Europa. 


Ik heb de gele vlag (Q) op advies van Peter Moree vast klaar gelegd om in te klaren als we in Falmouth aankomen, net als vroeger voor dat ze in de EU zaten, rare jongens die Engelsen, vrij naar Asterix.



Ondertussen heb ik via de SSB en Saskia contact met Frans en Marieke Eelkman Rooda, inderdaad we hebben hen vorig jaar ook uitgebreid in Spanje gezien. Zij zijn nu ook in Cornwall en zullen een dezer dagen in Falmouth aankomen. En wat blijkt we varen in de vroege ochtend van zondag 24 juli Falmouth binnen en wie staan er klaar om een lijntje aan te pakken? Inderdaad Frans en Marieke. Erg leuk!

We leggen aan en gaan op zoek naar de douche, wat is dat toch heerlijk na 12 dagen om te douchen en je haar te wassen, alles is toch wel zout. Paul  heeft ondertussen uitgezocht hoe hij zo snel mogelijk naar NL terug kan komen. Hij blijkt na de douche ongeveer een uur later de trein te moeten pakken naar Exeter en kan dan om 1830 uur direct naar Amsterdam vliegen. Het was een abrupt afscheid. ’s Avonds gaan Piet Heijn en ik uit eten met Frans en Marieke, na een glas met bubbles aan boord van de Calypso op de veilige aankomst in Europa. Piet Heijn vertrekt dinsdag

We  hebben 1287 mijl gevaren met een gemiddelde van 4,5 mijl per uur. Zeer matig.

Woensdag eind van de middag komt Saskia aan. Gebracht door vriend Peter Schaling, erg dierbaar en fijn ook voor mij, want in een auto kan je meer meenemen dan in de trein. Er zat een barst in de wc bril, dus een nieuwe bril zou fijn zijn. Dat kan als je met een auto komt. Plus natuurlijk de gebruikelijke heerlijkheden die Sas iedere keer meenam. Je hebt het op facebook kunnen zien.

Sas schreef op FB dat ze blij was en dankbaar. Dankbaar dat ze niet meer alleen naar huis hoeft en mij “weer ergens achter liet”. Blij dat we samen naar huis varen via Oostende, waar we garnalenkroketten gaan eten.
Ik ben blij en ook een beetje weemoedig, omdat het einde in zicht is. Ik heb een geweldig jaar achter de rug. Mooi en veel gezeild, veel beleefd, leuke mensen ontmoet, spannende landen (beetje)verkent, wat tegenslag gehad, maar ook dat hoort erbij. Ik ben blij met alle mensen die met me mee hebben gevaren, ook dat was een mooie ervaring. Thuiskomen is leuk, omdat ik al o.a. mijn dierbaren weer zal zien. Kortom het (zeil)leven is mooi.

Inmiddels liggen we in Fowey in de buurt van Plymouth, het giet van de regen, het giert van de wind. We liggen aan een mooringbuoy te zwieren en te zwaaien en te schudden dat het een lieve lust is. Ik heb de verwarming aangezet.

We zijn nu echt onderweg naar huis. We willen graag in een weekend aankomen, kunnen we gezellig een biertje drinken en oh heerlijk, een bitterbal eten met familie, vrienden en bemanning. Het weekend dat we graag thuis wilden komen bleek in Muiden de Flevorace te zijn. Geen weekend om aan te komen. Dus het wordt een weekend eerder, zaterdag 13 augustus.




Wordt nog vervolgd.